Terugblik van aftredend voorzitter Tijs Tummers

Door Tijs Tummers 16 november 2019
Afgelopen maandag gaf ik op de goedbezochte Algemene Ledenvergadering na zeven jaar voorzitterschap de voorzittershamer over aan mijn opvolger Tom Smit.

Na afloop kwam erevoorzitter Ad Frik met een interessante typering van de verschillende perioden van voorzitterschap: na de “Jaren van de Accommodatie” van zijn eigen periode, waren dit - naar zijn idee - de “Jaren van de Sportieve Prestatie” geweest, en nu zouden de “Jaren van de Organisatie” volgen.

Een originele zienswijze, al gaat het natuurlijk slechts om zwaartepunten en worden de ontwikkelingen in het ene tijdperk doorgaans al voorbereid in het voorgaande.

Maar het was waar: het waren in sportief opzicht zeven vette jaren geweest…

Als we bijvoorbeeld kijken naar ons vlaggenschip, het eerste elftal bij de mannen, dan zien we dat we in zes volledige seizoenen maar liefst drie promoties konden vieren (twee keer via kampioenschappen en één keer via de nacompetitie), dat we één nacompetitie speelden om een plek in de hoofdklasse en we één keer degradeerden. Slechts één jaar gebeurde er ‘niets’, hoewel we ook toen tot ver in april om het kampioenschap speelden.

Ons tweede elftal, bij veel clubs tegenwoordig een zorgenkindje, eindigt jaarlijks in het linkerrijtje van de allerhoogste klasse; de titel van 2016 was zelfs een absoluut hoogtepunt.

Het eerste elftal van de vrouwen promoveerde sinds hun start vijf seizoenen geleden niet minder dan drie keer, en de andere twee jaar speelde het nacompetitie om promotie.

Onder 19-1, het voorportaal van ons eerste, speelt sinds 2015 in de derde divisie, een mooi niveau voor jeugdspelers om de stap te maken naar ons eerste. Waar andere teams moeite hebben om eigen jeugd in te passen, bestaat ons eerste elftal voor zeker 70% uit eigen jeugd, zoals ons technisch beleidsplan ook voorschrijft.

Met het technisch beleidsplan is een belangrijke verklaring gegeven voor de successen van de afgelopen jaren; het plan geeft aan hoe we bij Orion willen voetballen, spelers worden daarmee opgevoed en zij weten daarmee op alle niveaus wat er van hen gevraagd wordt.

Rust en stabiliteit in de trainersstaf hebben ook zeker aan de successen bijgedragen. De keuze in het eerste jaar van mijn voorzitterschap voor Hans Loen als technisch eindverantwoordelijke, met jonge veldtrainers als Robert de Pauw en Tom Polman, was op dat moment belangrijk. Het heeft de club veel gebracht, in sportief én financieel opzicht. Na vier succesvolle jaren werd Hans opgevolgd door Jeroen van Haren die ook alweer aan zijn derde seizoen bezig is, met Lodewijk van der Heijden als assistent en Michiel Kompier als technisch manager. Wim Joosten had vier jaar de leiding over ons tweede elftal. En Patrick van Tilburg was vier jaar de trainer bij VR1.

Maarten van Helvoirt was jarenlang als Hoofd Jeugdopleiding het gezicht bij de jeugd (vanaf dit seizoen is Maarten coach van Onder 15-1). Het aantal selectietrainers – voornamelijk uit eigen gelederen – groeide onder zijn leiding sterk. Onze jeugdopleiding werd herkend en erkend door de KNVB: we werden door hen uitgenodigd voor projecten als “Nieuwe Wedstrijdvormen Pupillen”, “Gelijke Kansen”, “Ontwikkelingsprogramma Meidenvoetbal”, we kregen in 2017 het keurmerk “Lokale opleiding” en in 2018 werden we zelfs genomineerd voor de Rinus Michels Award voor “Beste Jeugdopleiding van Nederland”.

Ja, we zijn in sportief opzicht verwend de afgelopen jaren!

Alle lof voor iedereen die zijn bijdrage heeft geleverd aan de technische ontwikkeling van onze club.

We hebben er bij Orion altijd voor gewaakt dat de aandacht voor selectieteams ten koste zou gaan van de zogenaamde breedteteams.

Een ogenschijnlijk klein project als het Doelpunt van de Maand was voor mij veelzeggend. Juist daar kon je zien dat je op ieder niveau je droomdoelpunt kunt maken, het was voor mij maandelijks een feest om uit al die doelpunten de zes mooiste te kiezen. Het niveau van de teams heeft geen invloed op de kwaliteit van de doelpunten en de vreugde die er bij loskomt!

Met een KNVB-project als “Gelijke Kansen" willen we onze breedteteams dezelfde trainingsmethode bieden als de selectieteams. En het meidentoernooi in juni, en ook het tweedaagse John Brits-toernooi is er juist voor de breedteteams. Al onze teams lopen zonder onderscheid in dezelfde kleding en trainingspakken.

En heel bewust omarmden we vorig jaar ons nieuwe motto: “Iedereen een ster.” Niet alleen laten we hiermee zien hoe wij over onze leden denken, het verplicht ons ook om in de toekomst deze leus waar te blijven maken.

Sportieve prestaties zijn stimulerend, maar het mooie is dat ze als vanzelf zijn voortgekomen uit de voorwaarden die we met elkaar hebben afgesproken, en met talenten en kennis uit de eigen gelederen zijn bereikt.

Een voetbal-vereniging bestaat uit twee elementen: het voetbal hebben we net besproken, maar zeker zo belangrijk is het verenigingsleven. Het is voor mij heel belangrijk geweest dat we de afgelopen tijd samen met René Bergmans een ambitieus marketing/beleidsplan hebben geschreven. René, die veel van dit soort plannen voor profclubs schreef, was verrast door de enorme inhoud en potentie van onze vereniging. Hij had eigenlijk maar één kritiekpunt: we zouden dat veel meer moeten uitdragen.

We zouden ons nog meer moeten profileren. Laten zien dat je interessant bent voor andere partijen. Niet alleen voor maatschappelijke organisaties, die ons steeds meer weten te vinden. Maar ook voor commerciële partners, die we zouden moeten overtuigen van de grote mogelijkheden om met ons samen te werken.

Het is voor een potentiële sponsor niet beslissend of een club in de hoofdklasse of eerste klasse speelt, zeker zo belangrijk is wat de maatschappelijke meerwaarde is van een vereniging als de onze. Walking Football, Stichting Life Goals, 45+ voetbal, naschoolse opvang, leerlingen met een beperking die werkervaring opdoen door onze accommodatie schoon te houden, samenwerkingsverbanden met ROC en HAN, KNVB, PSV FUNdament...

De enorme aantrekkingskracht van onze vereniging geldt nu vooral voor leden en maatschappelijke organisaties, maar nog onvoldoende voor sponsors. Sponsors die het ons mogelijk moeten maken om onze ideeën en ambities nog beter waar te maken.

Een nieuwe sponsorcommissie timmert inmiddels aan de weg, en een rechtstreeks uitvloeisel van het verse marketingplan is een nieuwe, zeer fraaie sponsorbrochure die juist deze week van de persen is gerold. De brochure maakt duidelijk welke mogelijkheden er zijn om onze vereniging te sponsoren en laat ook zien wat de sponsor daarvoor mag terugverwachten. En dat is veel, want we zijn een geweldig uithangbord voor bedrijven, daar zullen we vanaf nu wat minder bescheiden over zijn…



Zeker zo trots als op onze sportieve successen mogen we zijn over het ijzersterke imago van onze club. Ouders kiezen niet langer simpelweg de dichtstbijzijnde club voor hun kinderen, maar kijken bewust naar de identiteit en de uitstraling van de te kiezen club. Het is goed dat in ons nieuwe marketing/beleidsplan nu gestructureerd verwoord is waar Orion voor staat.

Natuurlijk zijn er nog voldoende uitdagingen, waar we de komende periode nog een antwoord op moeten vinden.

Toen ik als voorzitter begon hadden we reeds een geweldige nieuwe accommodatie, de mooiste van Nijmegen en omstreken… Maar we kregen meer leden (alleen in de laatste zeven jaar al +206) en we dreigden al snel uit onze fraaie, nieuwe jas te groeien… We bouwden een nieuw onderkomen voor onze terreinmeesters zodat we ruimte kregen voor twee extra kleedkamers… En er kwam een nieuw kassahokje, maar daarmee was meteen het in het bestemmingsplan maximaal toegestane vierkante meters opgesoupeerd…
 
De jeugdteams werden kleiner en daarmee talrijker, de gemengde teams hadden extra kleedkamers nodig en de aantrekkingskracht van onze club op nieuwe leden bleef groot. En nu komen we ruimte tekort. In het eerste jaar na de verhuizing werden er 632 wedstrijden op ons complex gespeeld, inmiddels zijn dat er jaarlijks 1083.

Wat moeten we doen? Een ledenstop? Geen kleedkamers voor jeugdteams, zoals bij het hockey? Toch kijken of uitbreiding mogelijk is? Het is nog niet opgelost en dus een vraagstuk waarmee we de komende periode aan de slag zullen moeten.

Ook de vrijwilligersorganisatie is aan herziening toe. We hebben denk ik tijdig onderkend dat de vertrouwde organisatievorm in de huidige samenleving niet meer voldoet.

De bestaande vrijwilligersorganisatie schiet tekort voor de service die we onze leden willen bieden. Namens het bestuur heeft Ad Frik in 2018 de knelpunten in kaart gebracht, een rapport opgesteld en aanbevelingen gedaan.

De leden hebben zich in november 2018 middels een grootscheepse enquête uitgesproken.

Moest er een professionele  verenigingsmanager komen met een aanzienlijke contributieverhoging tot gevolg? Moesten we verplichte ledendiensten formuleren en doorvoeren? Moesten we voortgaan op de vertrouwde manier en meer ons best doen om vrijwilligers te krijgen?

Een eenduidig antwoord leverde de antwoorden van onze leden niet op. We hebben als bestuur daarop een Task Force 2.0 in het leven geroepen. Deze Task Force, bestaande uit leden uit alle geledingen van onze club, ging op zoek naar een nieuwe vorm voor onze vrijwilligersorganisatie.

Tijdens de ledenvergadering van afgelopen maandag heeft Jos van Son de bevindingen van deze commissie gepresenteerd.

De Task Force heeft geweldig goed werk geleverd. Het lijkt erop dat een verplichte ledendienst onvermijdelijk is, maar tegelijkertijd liet de Task Force zien dat de consequenties van zo’n ledendienst per lid (of per team) te overzien zijn. De vereniging is er vóór maar ook dóór onze leden; deze ‘verplichting’ mag geen probleem zijn en zal onze vereniging in blakende gezondheid houden.

Welke vorm dit precies krijgt is aan het nieuwe bestuur, dat ook duidelijke ideeën heeft over een nieuwe bestuursvorm met – zoals aanbevolen door de Task Force – meer zelfstandig opererende commissies. Mijn opvolger Tom Smit zal zich hierover deze week op onze website graag uitspreken.

Toen ik een jaar geleden mijn afscheid als voorzitter aankondigde gaf ik aan het seizoen te willen afmaken om het marketing/beleidsplan af te ronden, de werkzaamheden van de Task Force 2.0 verder te ondersteunen en op zoek te gaan naar een nieuwe voorzitter.

Ik ben heel blij dat dit gelukt is. Ik ben enorm blij met Tom als nieuwe voorzitter, hij zal het anders doen dan ik, maar Orion zal altijd Orion blijven.

Komende week heb ik al twee afspraken om met Tom op pad te gaan voor Orion. In een nieuwe rol blijf ik me graag inzetten voor onze mooie club.

Dat geldt niet alleen voor mij overigens, maar ook voor mijn medebestuursleden Rob D’Hooghe, Peter Akkers en Koen Nicolasen die eveneens afscheid nemen, en zeker ook voor Marleen de Boer die gelukkig als voorzitter van de jeugdcommissie in functie blijft.

Ik besef dat het – zeker voor de website – een lang verhaal geworden is. Maar tegelijkertijd is er in zeven jaar zoveel gebeurd en zijn zoveel mensen van waarde geweest dat ik toch nog ruimte tekort kom.

Het was een voorrecht om van deze geweldige club voorzitter te mogen zijn. Ik dank alle leden voor het vertrouwen dat jullie me gegeven hebben. En uiteraard wens ik Tom en zijn nieuwe club heel veel succes!